fbpx
12 januari 2016

Iedereen houdt van een goed verhaal

Jij en deze letters, die uit steen gehouwen zijn. Zoals de letters op ons graf. De barsten in de Dom. Naar de hemel opgestoken als een wijsvinger, om de schuldigen aan te duiden en meer tijd te eisen. Zodat we weer rechtop kunnen gaan, als mensen langs de Gracht. Die naar hun voeten staren. Kijk omhoog! Zie Utrechts kerken uitsteken boven het maaiveld. Hef de handen, smeek met de torens om dit voorrecht: te zijn, nu te zijn. Het is mooi weer. Sta …

Hier houdt het verhaal op. Ten minste, voor nu. En als verhaal letterlijk geschreven op straatstenen liggend aan de Oudegracht in Utrecht. Het verhaal heeft in jouw hoofd vast al een vervolg gekregen.

Want dat is het mooie aan verhalen. Het grijpt je, boeit je en laat niet meer los. Zelfs, of misschien juist, als het verhaal geen duidelijk einde heeft. Daarom heb ik als voornemen om in 2016 meer verhalen te vertellen. In mijn dagelijks leven, maar ook zeker op het werk. Doe je mee? Want zeg nou eerlijk, waar luister jij liever naar op de vroege maandagmorgen. Wéér een duffe, voorgelezen PowerPointpresentatie of een verhaal van een collega over zijn laatste reis en dat ene spannende moment wat hem op een geweldige idee bracht voor een nieuw project.

Wat maakt een goed verhaal?

Maar waar te beginnen? En wat maakt een goed verhaal? Die vragen worden beantwoord in het boek No Story No Glory van Theo Hendriks. Het boek gaat over storytelling in het bedrijfsleven. Ik raad iedereen aan om het te lezen. Je bent zo door de 225 pagina’s heen! Voor nu, 3 tips (in het boek staan er nog veel meer) om een echte storyteller (op het werk) te worden.

  1. Een verhaal heeft een begin, midden en eind
    Theo Hendriks noemt het ook wel de sprookjeswet. Beginnend met “Er was er eens…”, via “Op een dag…” naar (meestal) “En ze leefden nog lang en gelukkig.” Zelf vind ik het niet zo erg om midden in een verhaal te vallen. Mits bewust zo bedacht. Maar uiteindelijk wil iedereen toch weten hoe het verhaal begon en waar het eindigt.

    Als recent voorbeeld: het Nederlandse Circus Herman Renz wordt officieel failliet verklaard. Zodra je het nieuws hoort, leest of ziet, schieten er gelijk vragen door je hoofd. Waarom dan? Je wil terug naar de oorzaak (begin). Maar ook: wat gebeurt er met alle artiesten en dieren en hoe nu verder? Pas als je antwoord krijgt op al die vragen, is er een einde aan het verhaal.

  2. Er moet iets op het spel staan
    Door een conflict in het verhaal, word je op scherp gezet. Er is een verstoring in het verhaal. Vaak is dat ook het moment waarop je jezelf afvraagt: wat zou ik doen? Bijvoorbeeld als de hoofdpersoon onderweg is naar een sollicitatiegesprek en een klapband krijgt. Dat is het moment dat er een conflict ontstaat. In het echte leven heel vervelend, in een verhaal wordt het vanaf dan opeens spannend. Je wil weten of de hoofdpersoon het oplost en op tijd komt. En toen…?

  3. Vertel beeldend en gebruik voorbeelden
    Gebruik zoveel mogelijk woorden die het publiek zich voor kan stellen. Vertel letterlijk in geuren, kleuren, voorwerpen en details. Beeld ook vooral uit en gebruik voorbeelden. Dat maakt het verhaal levend. Iemand die dit beeldend vertellen heel goed kan, is filmmaker Andrew Stanton. Onder andere bekend van de films Toy Story en WALL-E . In deze TED Talk vertelt filmmaker Andrew Stanton over storytelling. Hij deelt ervaringen en tips die hij door de jaren heen verzamelde. Waaronder over de ‘2+2 theorie’ en het gebruik van emotie. En met een prachtige quote over de kern waarom storytelling toch zo belangrijk is: “We all love story’s, we’re born for them!”

Like en win

Like dit bericht op Facebook of LinkedIn. Onder de reacties verloten we een exemplaar van het boek No Story No Glory van Theo Hendriks